Afgelopen maandag, 7 juni, ben ik samen met Jasper begonnen met een basiscursus fotografie bij Fotografie Ploeg in Alblasserdam! Ik vind het echt superleuk om dit samen met mijn zoon te doen! Op zijn leeftijd is het lastig iets te vinden dat wij allebei leuk vinden maar in fotografie hebben we dat hopelijk gevonden 😊
Op dit blog zal ik wekelijks kort vertellen wat we geleerd hebben en zal ik ook onze inzendingen voor de huiswerkopdrachten plaatsen.
Les 1: Introductie en compositie
Uiteraard begon de eerste les met koffie, thee en een voorstelrondje! Al snel bleek dat er volk van allerlei pluimage in de zaal zat. Van iemand die al jaren dagelijks vogels fotografeert in de Biesbosch tot iemand die graag haar kleinkinderen beter wilde leren vastleggen. En zelfs iemand die de cursus kado had gekregen! Veel mensen die ooit waren begonnen met een analoge spiegelreflex maar die bij de overgang op digitaal toch bleven hangen in de automatische stand…

Na het voorstelrondje en een introductie van de verschillende cameratypes, er waren trouwens al best veel systeemcamera’s in de zaal, kwamen we toe aan het hoofdonderwerp van deze les: compositie. Aan de hand van voorbeeldfoto’s en discussie nam cursusleider Jeroen ons mee langs belangrijke compositie uitgangspunten zoals:
- Leidende lijnen
- Reflectie
- Actieve ruimte
- Even/oneven regel
- Symmetrie
- Horizon etc.
En natuurlijk de regel van derden, misschien wel de meest bekende compositie regel die ik zelf ook vaak probeer toe te passen.
Al met al heb ik niet héél veel nieuws gehoord maar het was wel leerzaam om alles eens gestructureerd langs te zien komen! Ook de interactie tussen de deelnemers was tof, dat was één van de belangrijkste redenen om voor een live cursus te kiezen in plaats van online.
Huiswerk
Het huiswerk voor deze week was het maken van twee foto’s waarbij je de regel van derden toepast: één van een persoon of dier, belangrijkste was dat er een oog op te zien was, en één van een object. De rest van de foto deed er niet zoveel toe, hij mocht zelfs op de automatische stand 🤣. Hieronder onze inzendingen (Jasper volgt nog).




Les 2: De heilige driehoek
Deze les stond in het teken van het bekende fotografische trio: diafragma, sluitertijd en ISO. Jeroen nam ons eerst aan de hand van een aantal voorbeelden mee langs het diafragma…
Het diafragma regelt de hoeveelheid licht die de lens door kan laten (groot gat > veel licht, klein gaatje > weinig licht) maar ook de scherpte-diepte. Met scherpte-diepte wordt bedoeld hoeveel van de foto scherp is achter (en een klein stukje voor) het onderwerp waarop scherp gesteld is. Met een groot diafragma (laag f-nummer) is de scherpte-diepte gering en krijg je een wazige achtergrond, mooi voor macro foto’s of portretten. Met een hoog f-nummer krijg je zowel de voor- als achtergrond scherp, goed voor landschappen of architectuur.
Tip voor mooie “stervorming” bij geconcentreerde lichtbronnen zoals de zon is een klein diafragma, f 11 of hoger.

De sluitertijd is de tweede bepalende factor om de hoeveelheid licht die op de sensor valt. Een langzame sluiter, langer dan 1/60 seconde, laat meer en langer licht door dan een korte sluitertijd van bijvoorbeeld 1/1000 seconde. De sluitertijd is ook van grote invloed op de scherpte van de foto… Een rijdende auto krijg je er niet scherp op met een lange sluitertijd en met een korte sluitertijd kun je geen (illusie van) beweging vastleggen.
Nog wat vuistregels: de sweet spot voor fotograferen uit de hand ligt rond de 1/60 seconde, met een lens met beeldstabilisatie misschien nog wat langer. Bij tele-zoom lenzen is een goede vuistregel dat de sluitertijd ligt rond tweemaal de ingestelde zoom. Dus op 300 mm zoom is een sluitertijd van 1/600 seconde een goede basis.

Het laatste onderwerp was ISO, die lichtgevoeligheid van je sensor. Iedere foto heeft ruis, hoe hoger de ISO waarde, hoe meer deze ruis toeneemt en hoe zichtbaarder deze wordt op je foto’s. In feite kun je die ruis zien als “uitgeschakelde pixels”. Beeldbewerkingssoftware kan dit maar ten dele verhelpen en daarom moet het omhoog doen van de ISO waarde eigenlijk worden gezien als laatste redmiddel.
Je camera gaat hier niet altijd even fijn mee om. Staat deze op auto-ISO, dan heeft de camera vaak de neiging om de ISO waarde al snel te verhogen (in plaats van bijvoorbeeld voor een groter diafragma of langere sluitertijd te gaan). Ik heb dat zelf ook al gemerkt. Let hierop! Jeroen gaf als vuistregel voor binnen fotografie een ISO van 400-800 aan.
Belichtingscompensatie
Het laatste onderwerp was de belichtingscompensatie functie waarmee je aan de camera kunt aangeven dat je de gehele foto een stukje donkerder of lichter wil hebben. De camera bedenkt zelf hoe hij dat realiseert. Hierbij heeft een wat onderbelichte foto de voorkeur boven een overbelichte, want die laatste laat zich veel moeilijker achteraf corrigeren.

We sloten de les af met het bespreken van de huiswerkfoto’s, dat vond ik zelf het leukste deel van de avond! Van de opbouwende kritiek op elkaars foto’s leer je enorm veel! Al met al vonden Jasper en ik het weer een leuke en leerzame les 🙂
Het huiswerk zijn deze keer twee foto’s van hetzelfde onderwerp, ca. 10 cm groot, en buiten genomen. Eenmaal met een groot diafragma en dus een geringe scherpte/diepte en een keer met een klein diafragma en een grote scherpte diepte. Buiten genomen om te voorkomen dat je gedoe krijgt met ISO en sluitertijden. Onze resultaten post ik later hieronder.


Het gaat verder in deel 2!