Maandag 7 juni, ben ik samen met Jasper begonnen met een basiscursus fotografie bij Fotografie Ploeg in Alblasserdam! Ik vind het echt superleuk om dit samen met mijn zoon te doen! Op zijn leeftijd is het lastig iets te vinden dat wij allebei leuk vinden maar in fotografie hebben we dat hopelijk gevonden 😊
Op dit blog zal ik wekelijks kort vertellen wat we geleerd hebben en zal ik ook onze inzendingen voor de huiswerkopdrachten plaatsen. Dit is deel 2, deel 1 vind je hier!

Les 3: Witbalans en brandpuntafstand
Deze les begon met een uitleg over de “kleur” van licht: de witbalans dus. Iets waar je niet bij stil staat, ook omdat je hersenen daar prima mee overweg kunnen. Iedereen weet wel dat een TL-buis een ander soort licht geeft dan een kaars. En vooral dat de “kleur” wit dan ook verschillend is. Van blauwig bij heel “koud” licht, tot gelig bij heel “warm” licht. De camera zal steeds zijn best doen om wit ook echt als wit weer te geven en meestal lukt hem dat prima.
Maar soms moet je hem een handje helpen…. Denk bijvoorbeeld aan een zonsondergang of een (oranje) herfstbos. De camera overcompenseert dan (filter oranje weg), waardoor de foto erg flets wordt. Door je witbalans op “bewolkt/schaduw” te zetten, kun je de camera hier de goede richting in sturen. Dat ga ik zeker proberen want met name bij zonsondergang had ik al gemerkt dat mijn telefoon hier beter mee overweg kon dan mijn Nikon…

Het tweede onderwerp van vandaag was (auto) focus en brandpuntafstand. Jeroen liet ons zien wat de brandpuntafstand voor invloed heeft op het beeld. Vooral bij een portret zie je dat duidelijk! Eigenlijk wordt een gezicht pas “toonbaar” (lees: natuurlijk van vorm) vanaf ca. 50 mm. Al kan een portretfoto met een groothoeklens ook een grappig effect opleveren…
We hebben het ook gehad over het aantal schepstelpunten. Je camera heeft er een stuk of 11 tot wel 99! Jeroens advies was om één scherpstelpunt te gebruiken in het midden van je zoeker. Je focust op iets, drukt de sluiter half in en draait dan de camera een beetje naar links/rechts of boven/beneden om een goede compositie te maken. Daarna kun je doordrukken. “Focus en recompose” heet dat en het heeft als voordeel dat je sneller bent dan wanneer je met te knopjes het focuspunt naar links of rechts gaat verplaatsen.

De manier van scherpstellen hebben we op AF-S ingesteld, dat wil zeggen dat de camera één keer scherpstelt en niet gaat “jagen”. Dit is een prima setting voor statische objecten. Bij het fotograferen van bewegende objecten zoals vogels etc., kan het wel een beter idee zijn om iets meer scherpstelpunten te gebruiken rondom het midden.
Jeroen gaf me ook nog wat tips voor het fotograferen van landschappen. Ik had steeds moeite om die voldoende scherp te krijgen naar mijn zin. En dan met name landschappen zonder duidelijk focuspunt, zoals een weidse blik over een verder leeg weiland. Focus dan niet oneindig in de verte maar een paar meter voor je, bijvoorbeeld op het gras, en kantel je camera daarna naar boven. Ook hier “focus en recompose” dus! Dat ga ik zeker proberen de komende tijd!

Jeroen gaf ook nog wat tips voor portret/groepsfotografie:
- Portret van 1 persoon: minimaal 50 mm ingezoomd, ISO 100/150, F4-F5.6
- Groepsfoto van gezin oi.d.: minimaal 50 mm ingezoomd, ISO 100/150, F8
- Grote groepen: idem maar dan F11
- Positioneer jezelf bij voorkeur hoger dan de groep en focus ergens in het midden
Deze tips neem ik mee naar een afdelingsbijeenkomst komende week waar ik gevraagd ben om foto’s te maken. Ben benieuwd…
Het huiswerk voor deze week betreft beweging en sluitertijd. We moeten buiten een bewegend object fotograferen waarbij het beeld één keer de beweging bevriest (snelle sluitertijd) en éénmaal de beweging juist toont (langere sluitertijd). Hieronder onze inzendingen die beide lovende kritiek kregen:




Les 4: Lichtmeting, RAW/JPEG, flitsen en de M-stand
Vandaag stonden een aantal verschillende onderwerpen op de agenda. We begonnen met nog wat meer aandacht voor de verschillende logische combinaties van instellingen:
- A-stand i.c.m. AF-S: dat is de stand die in les 3 besproken werd en perfect voor niet bewegende objecten. Deze stand gebruik ik vaak: jij regelt het diafragma, de camera de sluitertijd en de ISO. De camera focust hierbij één keer houdt daarna deze focus vast totdat je afdrukt.
- S-stand i.c.m. AF-C: dit is de stand die zich goed leent voor bewegende objecten zoals fietsers of dieren. Jij regelt de sluitertijd, de camera doet de rest. In de AF-C stand blijft de camera constant zijn focus bijwerken als het onderwerp van plaats verandert.
Daarnaast is er nog een AF-A stand waarbij de camera zelf bepaalt of hij AF-S of AF-C moet gebruiken. Dat lijkt handig maar daarbij is “focus en recompose” niet zo goed mogelijk omdat de camera dan beweging waarneemt en opnieuw gaat focussen… In de dierentuin vorige week heb ik trouwens de S-stand gebruikt i.c.m. AF-S. Dat werkte niet heel goed doordat dieren nooit stilzitten… Hoop van geleerd!

BBF
Zelf ben ik aan het experimenteren met back-button-focus waarbij je focust met één knop (in mijn geval heb ik de AE-L/AF-L knop deze functie toegekend) en de sluiterknop alleen gebruikt om af te drukken. Je koppelt focussen en afdrukken dus los van elkaar. Dit heeft als bijkomend voordeel dat je eenvoudig kunt switchen tussen AF-S en AF-C: één keer indrukken is een eenmalige focus maar als je de knop ingedrukt houdt focust de camera constant. Daarnaast hoef je niet opnieuw scherp te stellen tussen meerdere foto’s van hetzelfde object. Tot dusver is het nogal wennen maar mijn foto’s lijken er wel scherper door!
Lichtmeting
Op mijn camera zat nog één knopje waarvan ik niet wist waar het voor diende… laat dan nu net aan de orde komen vandaag! Dat betrof de lichtmeet knop, in de A- en de S-stand gebeurt de lichtmeting automatisch maar in de M stand moet je daar zelf mee aan de slag! Bij lichtmeting meet de camera de reflectie vanaf het onderwerp. De hoeveelheid licht dus dat terugkaatst. Dat kan precies genoeg zijn voor een goed belichte foto of te veel of te weinig. En dan zul je moeten compenseren… En dat kan dan weer met één of meerdere onderdelen uit de “heilige” driehoek van diafragma, sluitertijd en ISO.
Lichtmeting kan op verschillend manieren plaatsvinden: van een spotmeting alleen midden in het frame tot een meervlaksmeting binnen het gehele frame. De laatste werkt in 99% van de gevallen prima, alleen bij bijvoorbeeld sterk tegenlicht kan een spotmeting soms helpen. Of flitsen…
Flitsen
… en dat was precies het volgende onderwerp! Jeroen liet ons de effecten van flitsen zien en ook een paar verschillende modellen flitsers. Ikzelf flits zelden want ik vind het effect niet mooi maar Jeroen vertelde dat hij eigenlijk de hele dag door zijn flitsers gebruikt. Dus het kan ook wél mooi zijn als je de juiste technieken en materialen gebruikt!

M-stand
En dan eindelijk… de illustere M-stand… De stand op je camera waarbij je zelf al het denkwerk doet. De leukste stand ook, heb ik nu al ontdekt 🙂 Je focust op een onderwerp, dat kan nog wel gewoon automatisch 😉 en moet dan aan de bak. Stel, je lichtmeting staat op + 2, je foto is dan 2 “stops” overbelicht. Een “stop” is jargon voor de stapjes binnen het diafragma, sluitertijd of ISO. Van ISO 800 naar 400 is bijvoorbeeld 1 stop en van f5.6 naar 11 zijn 2 stops. Zaak is steeds de lichtbalans op 0 te krijgen. Hierbij is ISO je laatste redmiddel: probeer deze altijd op de laagst mogelijke stand van je camera te houden. Pas als je aan je grenzen van je diafragma komt of je sluitertijd écht te lang wordt, dan pas de ISO omhoog gooien. Nou, voorlopig kan ik mijn lol op aan het experimenteren hiermee!
RAW vs. JPEG
Het laatste onderwerp was het bestandsformaat. Ik schoot altijd in JPEG want dan zijn je foto’s gelijk klaar en toonbaar. Maar bij het genereren van de JPEG door je camera gaat zo’n 2/3 van het originele bestand verloren. Dat moet ergens vandaan komen en dat betekent dat je in JPEG minder dynamisch bereik en kleur hebt etc. En minder mogelijkheden tot correctie. Het nadeel van RAW is dan weer dat de bestanden veel groter zijn (ca. 25-30 MB) en dat het meer tijd kost voor de camera om deze te verwerken. En dat je RAW bestanden ALTIJD moet bewerken om ze toonbaar te maken en te kunnen gebruiken op een blog, in Whats App o.i.d.. Toch heb ik ter plekke mijn camera zo ingesteld dat deze nu de foto’s opslaat in RAW op het ene SD-kaartje en in JPEG op het andere. Maar eens kijken wat dat brengt.
Huiswerk…
… dat hebben we deze keer niet opgekregen omdat we de volgende les een praktijkles hebben: we gaan een avond met z’n allen fotograferen in Dordrecht! Daarom hebben Jasper en ik zelf afgesproken om een leuke foto buiten te maken met een Funko-pop als “huiswerk”… Uiteraard zul je t.z.t. het resultaat hier zien! Ik ga zelf ook nog lekker verder experimenteren met de M-stand, back-button focus en RAW foto bewerking 🙂

